De oorsprong van Las Fallas ligt bij een groep Valenciaanse timmerlieden in het jaar 1497. Tijdens de wintermaanden moesten zij elke dag urenlang werken aan het flikkerende licht van olielampen, die min of meer gevaarlijk aan houten constructies hingen.
Met de komst van de lente werden de lampen en hun structuren overbodig. Toen kwamen de timmerlieden op het idee om het allemaal in vlammen op te steken en het te laten branden. De viering werd onmiddellijk aangenomen om de komst van warmere, langere dagen te vieren, en werd opgedragen aan San José (Sint-Jozef), de patroonheilige van timmerlieden.
Vanaf dat moment ging het allemaal om het hebben van plezier. De houten constructies werden steeds creatiever gedecoreerd. Uiteindelijk kregen ze zelfs menselijke gezichten die leken op personages uit de buurt. Na verloop van tijd werden de constructies, die we nu kennen als Fallas, nog verfijnder en voegden mensen zelfs kritische en satirische thema’s toe. Vanwege het succes is Las Fallas wereldberoemd geworden en is het feest uitgebreid met onder andere vuurwerkshows, traditie-evenementen en open air feesten.